woensdag 24 oktober 2012

Alleen maar nette mensen.

Op donderdagavond 27 september 2012 gaf Robert Vuijsje een lezing in de bibliotheek van Weesp over zijn debuutroman, alleen maar nette mensen en over zijn nieuwe roman genaamd beste vriend. Ik had beide boeken nog niet gelezen, maar had wel al gehoord dat het eerste boek verfilmd zou worden en de trailer sprak me aan. Eigenlijk dacht ik bij mezelf, ach Maaik, misschien is het nog wel grappig dus ik besloot om samen met een aantal klasgenoten de lezing bij te wonen. Robert vertelde op een humoristische manier waar beide boeken over gingen, las voor, beantwoorde vragen en ik vond het nog interessant en leuk om te horen ook. Wat me vooral aansprak was het feit dat hij toch veel dingen uit zijn eigen leven gebruikt heeft in de boeken en dat maakt het naar mijn mening ook geloofwaardiger. Nu, een maand na de lezing heb ik zowel de film gezien als het boek alleen maar nette mensen gelezen en ik twijfel nog een beetje of ik het tweede boek, beste vriend nou ook zal gaan lezen. De reacties die je hierover leest zijn toch minder enthousiast maar misschien moet ik er gewoon aan beginnen en als ik het niets vind stop ik er gewoon weer mee. Ik vond de film echt hilarisch en zeker de acteurs maakte het helemaal af. Ik kan niet anders zeggen dan dat Robert Vuijsje wat mij betreft geslaagd is en trots mag zijn op zijn eerste werk.

dinsdag 23 oktober 2012

Sonny Boy.


Sonny Boy is een waargebeurde roman over Rika van der Lans en Waldermar Nods geschreven door Annejet van der Zijl.  Waldemar is een Surinaamse, donkere student die naar Nederland verhuist. Hij huurt een kamer bij de 17 jaar oudere en blanke Rika van der Lans. Al snel krijgen de twee een relatie en een jaar later wordt hun eerste zoontje geboren. Waldy, alias Sonny Boy. Na 8 jaar trouwen ze en verhuizen ze naar Scheveningen. Daar hebben ze hun eigen pensionnetje, maar als de oorlog uitbreekt moeten ze het pand verlaten. Tijdens de oorlog besluiten ze Joodse onderduikers in huis te nemen. Dit gaat een tijdje goed, maar uiteindelijk worden ze toch verraden, opgepakt en gevangen genomen. Het wordt een zware periode waarin ze van de gevangenis naar vele kampen gaan, steeds verder van huis en steeds verder van elkaar. De vraag blijft, zullen ze elkaar ooit nog terug zien?

Ik heb verschillende samenvattingen over het boek gelezen en vond deze samenvatting het beste.  (de tekst onder het kopje samenvatting) Ik vind dat de schrijver, een scholier uit 6 vwo, op een duidelijke manier de belangrijkste punten van het boek bespreekt.


Zelf vond ik het boek prachtig om te lezen. Het idee dat deze personen allemaal echt hebben bestaan en dat de gebeurtenissen echt hebben plaats gevonden vond ik wel heftig. Het boek leest gemakkelijk en je wilt steeds maar doorlezen om erachter te komen hoe het gaat aflopen. Het boek zet me wel aan het denken. Ik had er eigenlijk nooit over nagedacht hoe het leven voor een donkere jongen in die tijd zou zijn. De meeste verhalen die je hoort gaan toch voornamelijk over de joden en de kampen en niet over de donkere mensen in die tijd.

De Volkskrant heeft in 2004 een recensie gepubliceerd over het boek, geschreven door Aleid Truijens.
Persoonlijk vond ik dit een hele goede recensie omdat je zowel iets leest over de mening van de schrijver, als over het plot van het boek. Verder zijn er veel korte recensies geschreven door kranten en tijdschriften als de HP de tijd, de Telegraaf en het NRC Handelsblad. Deze recensies kan je hier lezen.

De thema’s waar het boek vooral over gaat zijn de tweede wereld oorlog en onmogelijke liefdes. Ik heb de tweede wereld oorlog als thema gekozen want het verhaal speelt zich voor een groot gedeelte tijdens deze oorlog af.  Onmogelijke liefdes heb ik ook als thema gekozen omdat de relatie tussen Rika en Waldemar door heel veel mensen niet geaccepteerd wordt.

Ik vind de hoofdpersonen beiden erg dapper.  Ik denk dat je toch stevig in je schoenen moet staan om een relatie aan te gaan als blanke vrouw met een stuk jongere en donkere man. Je weet dat veel mensen dit niet zullen accepteren en dat er een hoop kritiek en problemen zullen volgen. Ook vind ik het heel dapper van ze om joodse onderduikers in hun pension op te nemen. De manier waarop Annejet de personages omschrijft laat je echt met ze meeleven en is zeer prettig om te lezen.




When there are grey skies
I don’t mind the grey skies
You make them blue, Sonny boy

Friends may forsake me
Let them all forsake me
You pull me through, Sonny boy
You’re a sent from heaven
And I know your worth
You’ve made a heaven
For me right here on earth

And then the angels grew lonely
Took you ’cause they’re lonely
Now I’m lonely too, Sonny boy

Dit is het gedicht waarmee het verhaal begint. Het is eigenlijk een liedje, gezongen door Al Jolson en komt uit 1929.

zondag 14 oktober 2012

De donkere kamer van Damokles.



De donkere kamer van Damokles is een oorlogsroman geschreven door Willem Frederik Hermans in 1958. Het verhaal gaat over Henri Osewoudt, die samen met zijn nicht en vrouw Ria, en zijn moeder in Voorschoten woont en daar de eigenaar is van een sigarenwinkel.  Op een dag komt Dorbeck binnen, een man die sprekend op Osewoudt lijkt en van het Engelse verzet is. Dorbeck is de persoon die Osewoudt het liefste zelf zou willen zijn en hij volgt dan ook blindelings alle taken op die hij hem geeft.

Het verhaal is gebaseerd op het verhaal van de landverrader Anton van der Waals.


Het boek wordt beschreven als een existentialistisch werk, en als mini onderzoek ga ik kijken of ik het hier wel mee eens ben, en wat dan de existentialistische kenmerken van het boek zijn.

Het existentialisme was dus een stroming ontstaan door de oorlog en opgezet door de Fransmannen Sartre en Camus. Mensen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met de kern van de mens en ze zagen hoe slecht de mensen eigenlijk waren.  Na de oorlog werd het leven eigenlijk weer normaal/saai terwijl die lui/saaiheid van voor de oorlog juist leidde tot de oorlog aangezien er geen enkel verzet was. Hierdoor kregen mensen het idee dat de mensheid niet veranderbaar is en ook dit leidde tot het existentialisme.

Volgens het existentialisme zijn er maar 4 zekerheden in het leven, en je zal verder ook nooit ergens echt achter komen.
1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
3. De wereld is één grote chaos.
4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.

Maar komen deze zekerheden ook terug in het boek?

1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
Ik denk dat dit kenmerk wel het aller duidelijkste zichtbaar is van alle kenmerken. Want leert Osewoudt iemand nou echt kennen? Nee, alles behalve zelfs. Hij kent de persoon waar hij tegen op kijkt nog niet eens, want er is een kans dat deze persoon niet eens bestaat. Lekker ken je iemand dan..

2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
Ook dit kenmerk komt ontzettend duidelijk terug in het boek. Aan het eind wordt Osewoudt zelf verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen daden. Hij kan zich niet zomaar verschuilen achter de 'smoes' dat hij alles deed in opdracht van Dorbeck, en het feit dat Dorbeck onvindbaar is helpt de situatie ook niet echt.

3. De wereld is één grote chaos.
En of de wereld één grote chaos is. Het is oorlogstijd, je kunt niemand vertrouwen. Osewoudt is constant op de vlucht voor de Duitsers die het land in hun mach hebben. Als de wereld in zo'n situatie nog niet als een chaos beschreven kan worden, wanneer dan wel?

4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.
Persoonlijk vind ik dit kenmerk het minst opvallend terugkomen in het verhaal. Natuurlijk is het zo dat het leven van Osewoudt totaal anders uitpakt dan hij in eerste instantie verwacht had. Maar dat is wel vaker zo in verhalen en verder zie je het niet heel opvallend terugkomen.