De donkere kamer van Damokles is een oorlogsroman
geschreven door Willem Frederik Hermans in 1958. Het verhaal gaat over Henri
Osewoudt, die samen met zijn nicht en vrouw Ria, en zijn moeder in Voorschoten
woont en daar de eigenaar is van een sigarenwinkel. Op een dag komt Dorbeck binnen, een man die
sprekend op Osewoudt lijkt en van het Engelse verzet is. Dorbeck is de persoon
die Osewoudt het liefste zelf zou willen zijn en hij volgt dan ook blindelings
alle taken op die hij hem geeft.
Het verhaal is gebaseerd op het verhaal van de landverrader Anton van der Waals.
Het boek wordt beschreven als een existentialistisch werk, en als mini onderzoek ga ik kijken of ik het hier wel mee eens ben, en wat dan de existentialistische kenmerken van het boek zijn.
Het existentialisme was dus een stroming ontstaan door de oorlog en opgezet door de Fransmannen Sartre en Camus. Mensen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met de kern van de mens en ze zagen hoe slecht de mensen eigenlijk waren. Na de oorlog werd het leven eigenlijk weer normaal/saai terwijl die lui/saaiheid van voor de oorlog juist leidde tot de oorlog aangezien er geen enkel verzet was. Hierdoor kregen mensen het idee dat de mensheid niet veranderbaar is en ook dit leidde tot het existentialisme.
Volgens het existentialisme zijn er maar 4 zekerheden in het leven, en je zal verder ook nooit ergens echt achter komen.
1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
3. De wereld is één grote chaos.
4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.
Maar komen deze zekerheden ook terug in het boek?
1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
Ik denk dat dit kenmerk wel het aller duidelijkste zichtbaar is van alle kenmerken. Want leert Osewoudt iemand nou echt kennen? Nee, alles behalve zelfs. Hij kent de persoon waar hij tegen op kijkt nog niet eens, want er is een kans dat deze persoon niet eens bestaat. Lekker ken je iemand dan..
2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
Ook dit kenmerk komt ontzettend duidelijk terug in het boek. Aan het eind wordt Osewoudt zelf verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen daden. Hij kan zich niet zomaar verschuilen achter de 'smoes' dat hij alles deed in opdracht van Dorbeck, en het feit dat Dorbeck onvindbaar is helpt de situatie ook niet echt.
3. De wereld is één grote chaos.
En of de wereld één grote chaos is. Het is oorlogstijd, je kunt niemand vertrouwen. Osewoudt is constant op de vlucht voor de Duitsers die het land in hun mach hebben. Als de wereld in zo'n situatie nog niet als een chaos beschreven kan worden, wanneer dan wel?
4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.
Persoonlijk vind ik dit kenmerk het minst opvallend terugkomen in het verhaal. Natuurlijk is het zo dat het leven van Osewoudt totaal anders uitpakt dan hij in eerste instantie verwacht had. Maar dat is wel vaker zo in verhalen en verder zie je het niet heel opvallend terugkomen.
Het verhaal is gebaseerd op het verhaal van de landverrader Anton van der Waals.
Het boek wordt beschreven als een existentialistisch werk, en als mini onderzoek ga ik kijken of ik het hier wel mee eens ben, en wat dan de existentialistische kenmerken van het boek zijn.
Het existentialisme was dus een stroming ontstaan door de oorlog en opgezet door de Fransmannen Sartre en Camus. Mensen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd met de kern van de mens en ze zagen hoe slecht de mensen eigenlijk waren. Na de oorlog werd het leven eigenlijk weer normaal/saai terwijl die lui/saaiheid van voor de oorlog juist leidde tot de oorlog aangezien er geen enkel verzet was. Hierdoor kregen mensen het idee dat de mensheid niet veranderbaar is en ook dit leidde tot het existentialisme.
Volgens het existentialisme zijn er maar 4 zekerheden in het leven, en je zal verder ook nooit ergens echt achter komen.
1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
3. De wereld is één grote chaos.
4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.
Maar komen deze zekerheden ook terug in het boek?
1. Je zult anderen nooit echt leren kennen (en jezelf eigenlijk ook niet)
Ik denk dat dit kenmerk wel het aller duidelijkste zichtbaar is van alle kenmerken. Want leert Osewoudt iemand nou echt kennen? Nee, alles behalve zelfs. Hij kent de persoon waar hij tegen op kijkt nog niet eens, want er is een kans dat deze persoon niet eens bestaat. Lekker ken je iemand dan..
2. Je bent zelf verantwoordelijk voor je eigen handelingen.
Ook dit kenmerk komt ontzettend duidelijk terug in het boek. Aan het eind wordt Osewoudt zelf verantwoordelijk gehouden voor zijn eigen daden. Hij kan zich niet zomaar verschuilen achter de 'smoes' dat hij alles deed in opdracht van Dorbeck, en het feit dat Dorbeck onvindbaar is helpt de situatie ook niet echt.
3. De wereld is één grote chaos.
En of de wereld één grote chaos is. Het is oorlogstijd, je kunt niemand vertrouwen. Osewoudt is constant op de vlucht voor de Duitsers die het land in hun mach hebben. Als de wereld in zo'n situatie nog niet als een chaos beschreven kan worden, wanneer dan wel?
4. Het enige dat vast staat is dat je geboren wordt en door gaat.
Persoonlijk vind ik dit kenmerk het minst opvallend terugkomen in het verhaal. Natuurlijk is het zo dat het leven van Osewoudt totaal anders uitpakt dan hij in eerste instantie verwacht had. Maar dat is wel vaker zo in verhalen en verder zie je het niet heel opvallend terugkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten