donderdag 13 juni 2013
Bezonken rood
Bezonken rood is een oorlogsroman geschreven door Jeroen Brouwers in 1981. Jeroen schreef het boek nadat hij hoorde dat zijn moeder was overleden met de intentie op zijn kampjaren te kunnen vergeten. En dat is ook waar het boek mee begint, een telefoontje naar Jeroen waarin hem verteld wordt dat zijn moeder is overleden in een verzorgingstehuis. Door dit telefoontje komen er allemaal herinneringen bij Jeroen naar boven over de tijd dat hij in Tjideng zat, een jappenkamp. Tjideng was eigenlijk een vrouwenkamp maar ook jongetjes onder de 10 mochten hierheen en Jeroen zat hier 3 jaar gevonden samen met zijn oma, moeder en zijn zusje. In het boek worden de vrouwen in het kamp verkracht, mishandeld, vernederd en moeten ze alle bevelen opvolgen.
Aangezien ik eigenlijk vrijwel niets weet over deze jappenkampen heb ik besloten om hier extra onderzoek naar te doen en te kijken of de beschrijvingen van Jeroen kloppen met de werkelijkheid.
Japanse interneringskampen, ook wel jappenkamp genoemd, waren de kampen waar burgers of krijgsgevangen militairen gedwongen werden op te blijven tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indiƫ (1942-1945). Het is niet zo dat deze jappenkampen vernietigingskampen waren zoals de kampen van de Duitsers in Europa in dezelfde tijd. Zo waren er geen gaskamers en was het niet het idee iedereen te vermoorden waar de SS juist wel deze plannen had. Desondanks zijn er wel veel slachtoffers gevallen. Ongeveer 30% van de gevangenen overleefde het niet en dit kwam voornamelijk door ziekte en uitputting. De Japanners verwaarloosde hun gevangenen namelijk wel. Zo was er eigenlijk nooit genoeg voedsel en ook was er geen enkele vorm van medische verzorging. Ook moesten de gevangenen hard werken. Een van de bekendste 'projecten' waar de dwangarbeiders voor werden ingezet was het aanleggen van de Birma spoorlijn die liep tussen Thailand en Myanmar (Birma). Andere werkzaamheden die ze moesten verrichten waren het aanleggen van vliegvelden. het construeren van bruggen en wegen en andere taken zoals werken in de havens. De omstandigheden waren barslecht en de gevangenen moesten hele lange dagen maken.
In het boek word o.a. verteld over de vrouwen die verkracht, mishandeld en vernederd zouden worden en dit lijkt te kloppen met de verhalen die achteraf verteld werden. Zo zouden er troostmeisjes rondlopen, dit waren meiden die zich gedwongen moesten prostitueren. Als gevangenen zich niet aan de regels van het kamp hielden werden ze gemarteld en mishandeld.
Het totaal aantal krijgsgevangen in alle kampen ligt rond de 42.000. Zoals eerder gezegd werd hadden de Japanners niet het plan om al hun gevangenen uit te moorden en toch zijn er in verhouding zo'n drie keer zoveel doden dan in Europa. Dit aantal was vooral zo hoog daar de transporten over zee. De gevangenen werden dan met grote aantallen op een boot gestopt om vervolgens de getransporteerd te worden naar een ander plek. Vrij veel van deze boten werden gebombardeerd door de geallieerden en als dit gebeuren overleefde eigenlijk niemand dit. In het ergste geval overleed ongeveer 5600 man door zo'n actie.
De volgende video is gefilmd in het vrouweninterneringskamp Tjideng op Java waar ook Jeroen Brouwers zat. Het is gefilmd toen de geallieerden er al waren dus de omstandigheden zijn beter dan ze waren maar het geeft wel een goed beeld hoe het er was.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten