zondag 27 november 2011

Het leven is vurrukkulluk.

Ik ben net begonnen met het lezen van het boek het leven in vurrukkulluk is een roman van Remco Campert. Het boek is voor het eerst uitgegeven in 1961 door de Bezige Bij. In 2011 is het boek gekozen als titel van het evenement Nederland Leest. Het boek is een speciale editie voor scholieren. Er is ook een site over het boek.

Ik heb ook al gezocht naar samenvattingen over het boek. Dit was in mijn ogen de beste omdat alle gebeurtenissen duidelijk worden beschreven. De samenvatting komt van wikipedia.

De jongens Boelie en Mees ontmoeten in het park het vijftienjarige meisje Panda. Ze nemen haar mee voor een ijsje. Panda gaat naar het toilet en praat wat met de juffrouw van retirade, Rosa. Boelie en Mees merken dat ze worden achtervolgd door een oude man. Als ze de oude man bij hen komt zitten, raken ze geïrriteerd. Als Panda terug is en ze weglopen, blijft de oude man hen achtervolgen. Eenmaal in het park slaan Boelie en Mees de man neer. Panda berooft de man van zijn geld, een bedrag van tweehonderd gulden. Boelie haast zich vervolgens naar een afspraak met journalist Ernst-Jan Zoon. Als Mees vervolgens met Panda naar bed gaat wil het allemaal niet lukken met de seks. Mees voelt zich schuldig over de oude man en mijmert over zijn jeugd en zijn latere bestaan als jazzpianist. In zijn gesprek met de psychiater heeft ook Boelie het over vroeger en over zijn angst voor eenzaamheid. Ernst-Jan vraagt na het consult of Boelie met hem mee naar huis wil gaan. Hij verdenkt zijn vrouw Etta van overspel. Terwijl Ernst-Jan de radio aanzet om naar het verslag van een voetbalwedstrijd te luisteren, praat Boelie met Etta. De laatste praat over haar ouders, haar vader was een collaborateur in de oorlog en haar moeder een alcoholiste. Ze vertelt dat ze zelf in een concentratiekamp heeft gezeten, maar dat blijkt niet waar te zijn. Dan neemt ze Boelie mee naar het huis van de buren. Boelie probeert haar het bed in te krijgen, maar wordt in zijn poging gestoord door de buren die plotseling thuiskomen. Intussen is de oude man in het park bij gekomen. Hij wordt overeind geholpen door Tjeerd Overbeek die getuige was van de beroving. Tjeerd neemt de oude man mee naar zijn tante Rosa Overbeek, die als juffrouw van de retirade bij de toiletten in het park werkt. Rosa herkent de oude man als een jeugdvriend en al snel zijn beide oudjes bezig om herinneringen op te halen. Tjeerd gaat nu op weg naar Boelie en Mees met het plan hen te confronteren met zijn getuigenis van de beroving. In het huis van Boelie en Mees is echter een feestje aan de gang. Mees heeft van het gestolen geld eten en drank gekocht en een aantal kennissen uitgenodigd. Tjeerd wordt door een dronken feestganger naar binnen gesleurd. Later komen ook Ernst-Jan en Etta langs. Als ze ruzie krijgen, neemt Boelie Etta mee naar zolder en gaat met haar naar bed. Mees ziet een jongeman slechts voorzien van een opengeklapte paraplu uit het zolderraam springen en voelt zich plotseling gelukkig.
Ik heb nu de eerste hoofdstukken van het boek gelezen en ik moet heel eerlijk zeggen dat het me nog niet echt aanspreekt. Er gebeurt niet al te veel en de verhaallijn spreekt met niet echt aan. Ik heb wel veel reacties van andere scholieren gelezen dit het wel een goed boek vinden dus ik hoop dat het nog leuker wordt.

Reinaert de Vos.

Opdracht.
Zoek tenminste vier moderne vertalingen en bewerkingen van de Reinaert. Vergelijk in alle gevonden versies de passage over Tibeert en de pastoor met de passage in Willems Reinaert.
Gemaakt door Maxime Kruisheer en Maaike van den Bos.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Van den vos Reinaarde
Dr. C. A. Zaalberg
Malmberg
Hilversum 1955

In deze versie van het verhaal, geschreven in 1955, wordt het stuk over het klokkenspel niet beschreven. Er wordt wel verteld dat er een pastoor in de buurt woont waar vette muizen leven, maar er wordt helemaal niets gezegd over het feit dat hij naakt was en dat Tybeert later zijn klokkenspel eraf bijt. In de jaren 50 was het echt taboe om seksueel getinte opmerkingen te maken. Dit is waarschijnlijk ook de reden dat deze passage is weggelaten. Wij denken dat het juist goed zou zijn geweest als er iets meer over verteld zou worden. Je hoeft het niet meteen tot in de details te beschrijven, maar misschien kan je het wel benoemen. De schrijver dacht hier waarschijnlijk niet hetzelfde over want hij heeft dit niet gedaan.


Reinaert de vos
Opnieuw berijmd door Jan Frans Willems (1834)
Ingeleid door Prof. Dr. W. Gs Hellinga
Ooievaar
Amsterdam1963

In deze versie wordt het stuk over het klokkenspel als volgt beschreven:

Vloog hij op des kosteres been,
Klauwde en beet zo sterk, zo straf,
Dat hij beet… wat beet hij af?
‘k Zal het best niet hier vermelden,
Schoon ’t noodzaaklijk zij aan helden.
Wie daar meer van weten wil,
Leze in ’t oirschrift (originele tekst) met zijn bril!
Vrouw Julocje viel aan ’t karmen
Met de koster in haar armen:
….

Bij deze versie vond de schrijver (Jan Frans Willems) het niet gepast om de details over het klokkenspel van de pastoor te vermelden. Hij heeft het originele stuk eruit gehaald en daarvoor in de plaats de lezers verwezen naar de originele versie, mochten ze het toch graag willen lezen. Begin jaren 60 waren nog veel mensen katholiek en was seks voor het huwelijk een schande. Praten over alles wat met seksualiteit te maken had was een taboe. Als de schrijver van deze versie het stuk over het klokkenspel in het boek had gelaten, hadden waarschijnlijk veel minder mensen het boek gelezen en een schrijver wil juist dat iedereen zijn/haar boeken leest.

Van den vos Reynaerde
Vertaald Middelnederlands,
Bewerkt en vertaald door H. Adema
Taal & Teken
Leeuwarden 1985


In deze versie wordt de passage over de pastoor en zijn klokkenspel als volgt beschreven:

Alse Tybeert dat ghesach,
Dat hi emmer sterven soude,
Doe dedi een deel als die boude,
Dat dien pape verghinc te scanden.
Beede met claeuwen ende met tanden
Dedi hem pant, alsoet wel scheen,
Ende spranc den pape tusschen die been,
In die burse al sonder naet.
Daermen dien beyaert mede slaet.
Dat ding viel neder up den vloer.
Die vrauwe was zeerich ende zwoer.
….
Toen Tybeert in de gaten had dat dit zijn einde zou betekenen, raapte hij als zijn moed bijeen. Zoals de pastoor tot zijn schande zou merken. Met zijn klauwen en tanden zette hij het hem betaald. Hij sprong de pastoor tussen zijn benen en greep het naadloze beursje waar men het klokkenspel mee luidt. Het geval viel op de grond.
Zijn vrouw was ontroostbaar.


In deze versie, geschreven in 1958, is zowel de oud Nederlandse versie als de moderne vertaling te lezen. De schrijver heeft het stukje over het klokkenspel niet echt weggelaten, maar heeft het ook niet precies benoemd. Er wordt gesproken over een naadloos beursje waar men het klokkenspel mee luidt. Je kunt hieruit duidelijk opmaken waar het over gaat, maar het wordt niet echt met zijn eigen naam benoemd. Ik denk dat de schrijver een goede keuze heeft gemaakt om het te verwoorden. In de jaren 80 was het al niet meer taboe om seksueel getinte opmerkingen te maken, maar het was ook niet iets wat iedereen dagelijks deed. In onze ogen past de verwoording dus goed bij de tijd. 

Willem Reynaert de Vos
Vertaald door Ard Posthuma
Met illustraties van Mance Post
Arthenaeum – Polak & van Gennep
Amsterdam 2008

In deze versie wordt de passage over de pastoor en zijn klokkenspel als volgt beschreven:


Alse Tybeert hat ghesach,
Dat hi emmer sterven soude,
Doe dedi een deel als die boude,
Dat dien pape verghinc te scanden.
Beede met claeuwen ende met tanden
Dede hem pant, alsoet wel scheen,
Ende spranc dien pape tusschen die been
In die burse al sonder naet,
Daermen dien beyaert mede slaet.
Dan dinc viel neder up den vloer.
Die vrauwe was zeerich ende zwoer,
Tybeert gaf zich rekenschap
Van het dodelijke gevaar
En schraapte al zijn moed bij elkaar
En maakte de pastoor te schande
Met zijn klauwen en zijn tanden
En sprong, als een kat in nood,
De pastoor echt naar zijn kloot
En beet van ’t beursje zonder naad
Waar een man de klok mee slaat
De helft af en die plofte neer!
Freule Julocke klaagde zeer


Deze versie uit 2008 bevat zowel de oud Nederlandse versie als de moderne vertaling. De schrijver heeft niets weggelaten of anders opgeschreven als het origineel, en het verhaal is dus erg duidelijk. De schrijver heeft het verhaal zo geschreven omdat tegenwoordig mensen veel beter tegen ‘vieze’ woorden kunnen. In reclames, televisieseries, films, boeken, radio en alles wat daarbij hoort komen seksueel getinte elementen vaak voor. Mensen zijn nieuwsgierig, vinden het leuk om te lezen en een foto van een product met een mooie man of vrouw erbij verkoopt beter.



Versie (jaar)
Klokkenspel vermelding:
1955
De schrijver heeft de hele passage weggehaald en er ook niets anders van gemaakt. Het hele onderwerp wordt niet besproken.


1963
Schrijver heeft de passage weggehaald en daarvoor in de plaats een verwijzing gezet naar de originele versie, mocht de lezer het per se willen lezen.


1985

Zowel in de oud-Nederlandse versie als de moderne versie wordt het niet heel duidelijk beschreven, maar ook niet weggehaald. Er wordt eigenlijk een beetje omheen gepraat.


2008
Zowel in de oud-Nederlandse versie als de moderne versie wordt het klokkenspel van de pastoor en wat daar mee gebeurd duidelijk beschreven, zonder weglating van regels of bepaalde woorden.